The Good, The Bad, The Weird

Korea's modelregisseur Jee-Woon Kim ('A Bittersweet Life', 'A Tale of Two Sisters') haalde de beste acteurs van het land bij elkaar en schiep een energiek, stilistisch meesterwerk over de jaren '30 in het Verre Oosten, met fascinerend lange close-ups en meesterlijke beelden. Wilder dan het Wilde Westen en avontuurlijker dan Indiana Jones. Deze topfilm met een mix van diverse genres overschrijdt met z'n adembenemende esthetiek en ijzersterke soundtrack alle grenzen en is zonder meer de aanrader van het jaar!

In de jaren '30 komen in het Verre Oosten een treinrover, een premiejager en een vluchteling bijeen: "The Weird" (Kang-Ho Song) steelt een mysterieuze schatkaart van een hoge Japanse ambtenaar. "The Bad" (Byung-Hun Lee) krijgt betaald om hem terug te halen en "The Good" (Woo-Sung Jung) jaagt op beiden om zijn inkomen op te krikken.

Maar ze worden op de hielen gezeten door talloze, meedogenloze bandieten en het Chinese leger, dat denkt dat de kaart het Japanse bouwplan van een vijandelijk stuk spoorrails bevat. Voortreffelijk gechoreografeerde gevechten op paarden, treinen en motoren dwars door de woestijn van Mantsjoerije, maken van 'The Good, The Bad, The Weird' een perfecte en ademloze hommage aan de spaghetti-westerns van de jaren '60. Wie van de drie overleeft, laat Zuid-Korea's antwoord op 'Indiana Jones' - ook al is het de meest nonchalante imitatie van de filmgeschiedenis - tot het laatste moment in het ongewisse.