Housemaid

Eun Yi dobbert na haar scheiding zo goed en zo kwaad als gaat voort op de stromen van grootstedelijke uitzichtloosheid en poverheid van de onderklasse. Zij heeft een baan als bordenwasser in het eettentje van haar vriendin en voor beiden is er niet meer dan het ene bed van de vriendin om te delen in het minuscule appartement dat ze samen bewonen. Wanneer Eun Yi een betrekking krijgt aangeboden als dienstmeisje in een puissant rijke familie, grijpt zij die kans met beide handen aan. Zij komt onder de hoede van mevrouw Cho, de oudere dienstbode, die al sinds generaties in het gezin dient. Eun-Yi wordt ingewijd in de wereld van glamoureuze weelderigheid, waarin meteen duidelijk wordt dat hier ten huize discipline en een ijzige vormelijkheid regeren. Een wereld van steriel decorum, dat de onderworpenheid van de twee vrouwen van geringere komaf aan de heersende klasse op laatdunkende wijze blootlegt.